De Staverse Jol ST49, Vrouw Grietje
Het andere schip van de bruine vloot van Adriaan Heemskerk is een Staverse jol uit 1911, de Vrouw Grietje (ST49).
De ST49 is een ijzeren jol, gebouwd in 1911 door Wildschut in Gaastmeer. De Staverse Jol is het enige platbodemtype zonder zijzwaarden. Dit stamt uit de visserijtijd: een jol had visnetten langszij, er was dus geen plaats voor zwaarden. Een jol heeft daarom een kiel, tegen het verlijeren bij halve- en aan de wind.
Onderwater is het een heel mooi gelijnd scheepje met een vol voorschip en een zeer gepiekt achterschip (net een Oost-Indiëvaarder!).
Er is mee gevist van 1911 -1924 door Gerrit Mulder uit Staveren. Van 1924-1936 was het scheepje in gebruik door Hylke Smits, ook uit Staveren, als ST58. Na die tijd, ergens rond 1938, is het schip omgebouwd tot recreatieschip en is de roef erop gebouwd voor wat meer comfort.
De gangboorden zijn geklonken aan de oude huid, dat duidt erop dat dit gebeurd is in de tijd dat dit ouderwetse ijzer nog niet gelast kon worden. De rest van de opbouw is gelast, waarschijnlijk autogeen.
In 1997 is er een nieuwe mast gemaakt. Giek, kluiverboom en gaffel zijn van mooi oud en degelijk hout. Het tuig, ook uit 1997, is halfom-(katoen/kunsstof)-doek en is nog prachtig van snit. Het is mooi ouderwets gemaakt in Edam, dit is te zien aan de mooie afwerking met grommers, benaaide kousen en leer. De kluiver is in augustus 2008 opnieuw getaand in het Zuiderzeemuseum. De taanketel was toch in gebruik en de kluiver mocht wel weer eens een bad hebben. Eigenlijk zou er een grotere kluiver op moeten, dan zeilt het nog stabieler. Update: die grotere kluiver is er inmiddels.
De ST49 is een bijzonder snelle zeiler door het gladde onderwaterschip en die mooie zeiltjes. Op het wad lopen we regelmatig op rompsnelheid, en dat is met zijn 7.30 waterlijn toch 7 knopen!
Droogvallen gaat, ondanks de kiel, uitstekend. En als je een hellingblok van 40x40x40 cm meeneemt en dat bij de mast onder het schip legt, is het heel comfortabel droogvallen. Maar ook zonder blok is het uitstekend te doen. Er gaat wel wat aan de glij (het kussentje op het bankje aan bakboord in de roef glijdt er bijvoorbeeld af) maar het blijft bij zo’n 20 graden uit het lood. Na een aantal keer droogvallen weet je uitstekend de plekjes te vinden waar je heel comfortabel kan zitten en staan en weet je ook hoe je de boel binnen moet neerzetten. Het water komt overigens nauwelijks boven de waterlijn als het schip schuin valt.
Ook in het verleden wist de jol al wat droogvallen betekent. Dat is te zien op een foto uit 1935 waarbij de jol (toen St 58) in de tijd dat Hylke Smits er mee viste, net voor de haven van Staveren bij zware storm was drooggevallen omdat de haven volledig was drooggeblazen. Deze foto kreeg ik recent van Sjoukje de Jong-Smits:
Ook de St49 is te huur. Kijk voor meer informatie bij Verhuur.